De winkel draait door

De laatste donkere dagen van 2015 waren extra somber voor tienduizenden winkelmedewerkers. Een drogisterijketen, schoenenwinkels en V&D werden failliet verklaard. Wat V&D betreft, zat dat er al aan te komen. In 2015 mislukte de poging om de loonkosten eenzijdig te verlagen, bijvoorbeeld. De rechter verbood dat.

Hoe lang nog?
Het ziet er treurig uit…

De werknemers van V&D hebben niet erg lang van die overwinning kunnen genieten. Ze zijn nu, alsnog, hun baan kwijt. De faillissementscurator heeft hen ontslagen. Die is op zoek naar ondernemers die de warenhuizen willen overnemen.  Het is afwachten of alle winkels en restaurants worden overgenomen. Al helemaal de vraag is of al het personeel bij een doorstart weer in dienst wordt genomen. En op basis van welke arbeidsvoorwaarden dan?

Voor werknemers is faillissement een probleem. Ze raken alles kwijt.  Voor ondernemers een uitdaging. Juist omdat de meeste werknemersrechten wegvallen, kunnen bedrijven na een faillissement doorstarten. Niet gehinderd door oude schulden of oude afspraken.

Een schone lei

Bij een faillissement geldt de gewone arbeidsrechtelijke bescherming niet langer.

De curator kan gemakkelijk overgaan tot ontslag. Er geldt een veel kortere opzegtermijn en de gebruikelijke ontslagprocedure hoeft niet te worden gevolgd. De werknemers moeten intussen wel doorwerken. Of ze hun loon betaald krijgen, is afwachten. Zij zijn, net als leveranciers, huurbazen en het energiebedrijf schuldeisers in het faillissement. En die zien vaak lang niet al hun geld terug.  Meestal gaat het grootste deel van de resterende middelen naar de Belastingdienst. Werknemers hebben dan nog wel als voordeel dat uitkeringsinstantie Uwv het loon in de plaats van de werkgever uitbetaalt. Dit is geregeld in artikel 64 van de WW.

Als een bedrijf wordt overgenomen, dan zijn de nieuwe eigenaars in beginsel niet gebonden aan oude afspraken. Dat is een zaak tussen het failliete bedrijf en de oude schuldeisers. De nieuwe eigenaar is vrij om te kiezen welke werknemers van het oude bedrijf hij in zijn nieuwe organisatie terug wil laten keren. En welke arbeidsvoorwaarden hij hen aan wil bieden.

Bovendien geldt de werknemersbescherming bij overgang van onderneming niet voor  overnames na faillissement.  Zelfs niet wanneer de nieuwe onderneming eigenlijk helemaal niet zo nieuw is.

Voortzetting onder een andere vlag?

Met enige regelmaat wordt een failliet bedrijf, op dezelfde locatie, onder dezelfde naam en met dezelfde activiteiten voortgezet. Alleen zit er nu een andere eigenaar achter. Meestal is het aantal werknemers lager. Hun salaris en andere arbeidsvoorwaarden vaak ook. De werknemers die worden overgenomen hebben niet zo geweldig veel keus. Hun ‘keuze’ komt neer op instemmen met verslechterde arbeidsvoorwaarden, of geen werk.

Dreigend misbruik?

Bedrijven gaan niet ‘zo maar’ failliet. Een rechter beoordeelt of de schuldenlast werkelijk te zwaar is.  Alleen wordt niet heel intensief nagegaan hoe een bedrijf in de schulden is geraakt, en of het met financiële injecties van aandeelhouders of banken nog overeind te houden zou zijn. Zodra de financiers, of dat nu de eigenaars zijn of kredietverleners, besluiten dat er geen cent meer in het bedrijf wordt gestopt, zal faillissement onafwendbaar zijn.

En dat terwijl een faillissement arbeidsrechtelijk heel interessant kan zijn. Want dat arbeidsrecht geldt dan eigenlijk niet. Ingewikkelde ontslagprocedures en overleggen met vakbonden en ondernemingsraden zijn niet nodig om te kunnen reorganiseren. Het recht op wettelijke ontslagvergoeding vervalt. De regels over ontslagvolgorde gelden niet. Ook hoeft niet te worden aangetoond dat de ontslagen bedrijfseconomisch noodzakelijk zijn. De bezem kan dus door het personeelsbestand en hun arbeidsvoorwaarden.

Faillissement is niet het per se het einde van de onderneming. Soms is het juist een nieuw begin. Bedrijven die zuchten onder een zware schuldenlast en kostbare arbeidsvoorwaarden zouden in de verleiding kunnen komen om hun faillissement aan te vragen. Zeker als ze weten dat er kopers klaar staan die de zaak wel willen overnemen. Sommige schuldeisers zullen daar ook wel brood in zien. Als het noodlijdende bedrijf als geheel verkocht kan worden, dan komt er in ieder geval nog wat geld binnen. En vaak meer dan wanneer alleen losse voorraden en bedrijfsmiddelen worden verkocht.  Bij een doorstart zijn (sommige) schuldeisers beter af.

Faillissement-is-niet

Het kan dus aantrekkelijk zijn om een faillissement te ‘organiseren’. Zowel voor de onderneming als voor schuldeisers. Eerst gesprekken met overnamekandidaten voeren, dan de geldkraan dichtdraaien en faillissement aanvragen. Korte tijd later staat er al een koper klaar die de onderneming, of een deel daarvan, overneemt. Om vervolgens, maar nu met een veel ‘leanere en meanere’ organisatie de zaken gewoon voort te zetten. In goed Nederlands heet dat een pre pack.

Voorkoken: arbeidsrecht ontwijken of ontduiken?

Bij V&D lijkt er van een vooropgezet plan, een voorgekookt faillissement, geen sprake te zijn. In de rechtspraak duikt echter wel met enige regelmaat zo’n pre pack op. Daarin worden doorstart en faillissement van te voren geregeld. Een bekend, misschien zelfs berucht, voorbeeld is dat van kinderopvangorganisatie Estro. Estro ging failliet en werd overgenomen door een ander onderdeel van het concern waartoe het behoorde. Er werd doorgestart. Niet alle vestigingen bleven open en lang niet al het personeel werd weer in dienst genomen. Daar loopt inmiddels een rechtszaak over.

In 2004 oordeelde de Hoge Raad dat voorgekookte faillissementen onrechtmatig kunnen zijn. Dan moet er wel sprake zijn misbruik van de bevoegdheid om faillissement aan te vragen. De Hoge Raad besliste dat daarvan sprake is als het faillissement is aangevraagd met als (vrijwel) enig doel dat werknemers hun bescherming wordt ontnomen. Wanneer het ‘nagenoeg uitsluitende oogmerk’ van de faillissementsaanvraag is dat de rechten van werknemers worden gefrustreerd, is er sprake van onrechtmatig misbruik.

De Hoge Raad vat het als volgt samen:

Het hof heeft op grond van die omstandigheden kennelijk geoordeeld dat voorshands vaststond dat De Boek/Digicolor haar bevoegdheid tot het aanvragen van het eigen faillissement van Digicolor heeft uitgeoefend voor een ander doel dan waarvoor die is verleend, te weten met als vooropgezet doel te bewerkstelligen dat de onderneming van Digicolor feitelijk op de oude voet zou kunnen worden voortgezet, evenwel zonder Van Gorp als werknemer en zonder dat hem de normale arbeidsrechtelijke bescherming werd geboden.

Het arbeidsrecht ontwijken met behulp van een faillissement mag, ontduiken niet.

Nagenoeg uitsluitend oogmerk:  hier wel

Op 17 september 2015 deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak over een geval van mogelijk faillissementsmisbruik. Het ging om een uit verschillende vennootschappen bestaande drukkerij. Al die vennootschappen worden door dezelfde persoon bestuurd.

De zaken lopen niet zo lekker en bij een van de vennootschappen moet worden bezuinigd. De twee oudste (en duurste) werknemers moeten worden ontslagen. De werkgever stapt daarom naar het Uwv om een ontslagvergunning aan te vragen. Een van de werknemer heeft meldt zich echter net ziek gemeld. Daarmee blokkeert hij zijn ontslag op bedrijfseconomische gronden.

De werkgever vraagt daarop het faillissement aan van de vennootschap. De curator ontslaat alle werknemers, ook de zieke. De extra ontslagbescherming voor zieke werknemers is door het faillissement immers vervallen. De bedrijfsactiviteiten van de drukkerij worden echter voortgezet. Ze worden door de andere vennootschappen overgenomen. Daar zijn blijkbaar nog wel voldoende financiën aanwezig. Vier werknemers van de failliete vennootschap zijn zelfs in dienst genomen door een van de zusterorganisaties. Alleen de zieke werknemer en de oudere collega blijven zonder baan achter.

Het hof ziet hier een opzetje in om de zieke werknemer te kunnen ontslaan. Het faillissement wordt teruggedraaid.

Nagenoeg uitsluitend oogmerk:  hier niet

Niet veel later, 1 oktober 2015, doet hetzelfde  Gerechtshof uitspraak in een andere faillissementszaak. Ook daarin is weer de vraag: wordt het faillissement misbruikt om werknemers weg te werken?

Ook in dit geval is er een conglomeraat van vennootschappen. Die verzorgen verschillende vormen van onderwijs en trainingen. Die vennootschappen worden bestuurd vanuit een holding (AOG ). Een van vennootschappen raakt in de problemen. Er wordt een reorganisatiepoging gedaan. Het lukt echter niet om de werknemers langs de reguliere weg te ontslaan. Het Uwv weigert toestemming te geven. Niet lang daarna volgt faillissement. De curator mag ze dan wel wel ontslaan. En doet dat ook.

AOG heeft intussen twee nieuwe dochtervennootschappen opgericht. Die nemen de activiteiten van de failliete dochters over.

In dit geval neemt het gerechtshof geen misbruik aan. Weliswaar vindt het hof de zaak verdacht. het hof noemt een heel lijstje aan omstandigheden die een faillissement dubieus kunnen maken.

a. de onderneming vraagt zelf het faillissement aan;
b. de financiële noodzaak – indien aanwezig – vloeit (onder meer) voort uit een overschot aan personeel;
c. de aanvraag van het faillissement vindt plaats kort nadat ontslagvergunningen of collectief ontslag zijn geweigerd of kort na het intrekken van ontbindingsverzoeken;
d. op het moment van de faillietverklaring ligt reeds een uitgebreid plan voor een doorstart klaar;
e. de bedrijfsactiviteiten van de onderneming worden voortgezet in een andere rechtspersoon of personenvennootschap door de bestuurders of verwante rechtspersonen of er zijn op andere wijze nauwe banden tussen de verkrijger en de vervreemder; en
f. de verkrijger wil de onderneming alleen in afgeslankte vorm overnemen.

In deze zaak is een groot deel van die factoren aanwezig.  Dat is volgens het hof echter nog geen bewijs dat er sprake is van misbruik. De eindconclusie is dat de financiële nood bij de failliete vennootschappen werkelijk heel hoog was. Er was dus een goede reden om failliet te gaan. Volgens de rechter is uitschakeling van de arbeidsrechtelijke bescherming niet het hoofddoel van de werkgever.

Wat leren we ervan?

Een faillissement kan bedrijven in staat stellen om, in afgeslankte vorm,  door te blijven draaien.  Ook het personeelsbestand en de arbeidsvoorwaarden kunnen relatief eenvoudig worden aangepast. Dat kan soms ook in de vorm van een voorgekookte doorstart, een pre pack, worden geregeld.

Faillissement: goed voor calculerende werkgevers?
Faillissement: goed voor calculerende werkgevers?

Aan de ene kant hebben werknemers hier voordeel van.  Als het bedrijf niet door zou kunnen starten, zijn ze hun baan in ieder geval kwijt. Aan de andere kant is er  wel het risico van misbruik. Het lijkt niet heel erg ingewikkeld om met een faillissement het arbeidsrecht te omzeilen. Een deel van de betrokken werknemers verliest wel heel snel zijn baan. Of moet heel fors inleveren.

De rechter ziet er op toe dat faillissementen niet worden misbruikt. Het blijkt echter niet simpel te zijn om dat misbruik aan te tonen. Ook als het faillissement en de voortzetting onder een andere vlag  gepland zijn, is dat niet altijd misbruik. Het is lastig om te bewijzen dat ontwijken van het arbeidsrecht is omgeslagen in ontduiking.

Is dat erg? Dat hangt ervan af waar je de nadruk op legt. Benadruk je dat met soepele faillissementsregels werkgelegenheid behouden blijft, omdat noodlijdende bedrijven dan gemakkelijk kunnen worden overgenomen? Of meen je dat een faillissement niet meer dan een truc is, waarmee werknemers én hun fundamentele rechten weg worden gegoocheld? Anders gezegd: is het glas bij een doorgestart bedrijf halfvol, of juist half leeg?

Share

2 Replies to “De winkel draait door”

    1. Dank. Hoewel het warenhuis in kwestie niet meer bestaat, blijft de kwestie natuurlijk wel actueel: hoe verhoudt een soepele doorstart zich tot arbeidsrechtelijke bescherming

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


Warning: foreach() argument must be of type array|object, null given in /home/wezengaa/public_html/wp-content/plugins/kebo-twitter-feed/inc/get_tweets.php on line 257