Veel mensen zijn inmiddels ook figuurlijk ziek van corona. Heel je leven ligt overhoop. Allerlei leuke en interessante dingen kunnen of mogen niet meer. En dan moet je je ook nog eens zorgen maken over je naasten, over je werk en over je eigen gezondheid. Laat staan als je besmet bent geraakt, of iemand in je omgeving er ernstig ziek van is geworden.
In deze blog ga ik in op de vraag hoe de inkomensbescherming van zieke werknemers is geregeld. Hoe pakt die uit bij corona? Daar is nog geen rechtspraak over, maar een speurtocht in het archief leverde misschien een antwoord op. We gaan terug naar 1968. Op 23 december van dat jaar doet de Centrale Raad van Beroep uitspraak.
Wat was er aan de hand?
Een werknemer wordt opgenomen, omdat er aanwijzingen zijn dat hij lijdt aan een besmettelijke vorm van tuberculose. Voordat je zo iemand weer rond gaat laten lopen of werken, moet duidelijk zijn dat er geen besmettingsgevaar dreigt.
Het goede nieuws is dat al redelijk snel blijkt dat er niets met deze werknemer aan de hand is. Omdat hij ooit aan tbc had geleden, was het wel terecht dat de artsen dachten dat er iets aan de hand kon zijn. Maar het blijkt allemaal gelukkig mee te vallen.
Iedereen gezond, iedereen blij, zou je denken. Maar nee. De vraag is vervolgens hoe het met het inkomen van deze werknemer zit. Hij heeft niet gewerkt. Heeft hij dan recht op een uitkering wegens ziekte?
Wat vindt de rechter?
Dit soort kwesties vielen vroeger onder de Ziektewet. Tegenwoordig betaalt de werkgever het loon door bij ziekte, toen was dat nog een sociale verzekering. Op zich maakt dat voor het antwoord op de vraag of de werknemer ziek is in de zin van de wet niet uit. Toen de loondoorbetalingsplicht werd ingevoerd, is het ziektebegrip uit de Ziektewet overgenomen.
En wat oordeelde de hoogste socialezekerheidsrechter nu over deze kwestie? Dat de werknemer niet ziek was. En dus geen recht had op uitkering. Ook al mocht hij op medische gronden zijn werk niet doen. De Centrale Raad oordeelt echter dat ook nodig is dat er een aantasting van lichaam of geest heeft plaatsgevonden. Er is pas sprake van ziekte als er een negatieve verandering in het menselijk organisme heeft plaatsgevonden. Hier was er alleen een ongefundeerde verdenking, maar aan de gezondheid van de werknemer was er helemaal niets veranderd.
In 1936 had de Raad al eens advies gevraagd over het begrip ziekte aan de artsen Hijmans van den Bergh en Baart de la Faille. Zij omschreven ziekte als:
een proces dat bestaat uit een wijziging in de functies van het organisme door verstoring van het evenwicht in het lichaam, dat ernaar streeft dit evenwicht te herstellen of zich op een nieuw evenwicht in te stellen.
De uitspraak over tbc-verdenking sluit goed aan bij die definitie. En dat zou dus betekenen dat de enkele verdenking van besmettelijkheid onvoldoende is. In 1974 herhaalt de Raad dit oordeel in een zaak waarin een arts een werkverbod had opgelegd aan de werknemer. Ook deze werknemer was niet ziek, omdat er uiteindelijk geen afwijkingen vastgesteld konden worden.
Een ander geluid
Ziekte wordt echter ook wel omschreven als op objectief-medische gronden de arbeid niet kunnen of mogen verrichten. In andere uitspraken legt de rechter daar meer de nadruk op. Er wordt niet ingezoomd op de vraag of de toestand van de werknemer is veranderd. Dan zou een verdenking van een besmettelijke ziekte toch wel onder het wettelijk ziektebegrip kunnen vallen.
Een voorbeeld is dat van een treinmachinist die een herseninfarct had ondergaan. Hij was daar helemaal van hersteld. Hij kon ook weer prima op de trein gaan werken. Alleen staat er in artikel 71 van het Reglement dienst hoofd- en lokaalsp0orwegen dat iemand die ooit zo´n infarct heeft gehad geen trein mag besturen. Ex-patiënten vormen blijkbaar een te groot veiligheidsrisico. Ook al zijn ze inmiddels kerngezond. De Centrale Raad vond deze machinist op medische gronden arbeidsongeschikt. Zie CRvB 3 februari 2006, USZ 2006/98. Ook is er een aantal uitspraken waarin de werknemer ziek was, omdat hij was opgenomen omdat een arts goede redenen had om te onderzoeken of hij een bepaalde aandoening had.
Het lijkt erop dat de eis van aantasting van het organisme wat naar de achtergrond is verdwenen. Helemaal zeker is dat niet. Na de tbc-uitspraak is er geen zaak meer geweest waarin iemand alleen wegens besmettingsgevaar, dat er acheraf niet bleek te zijn, niet mocht werken.
Wat betekent dat nu?
De rechtspraak is dus schaars. En voor een deel is zij innerlijk tegenstrijdig. Hét antwoord valt daarin niet te vinden.
De vraag is niet zo moeilijk bij een werknemer die thuis moet blijven, omdat hij snottert, keelpijn of andere symptomen heeft. Als hij niet thuis kan werken, is hij ziek. Ook al zijn de klachten niet zo serieus. En had hij al niesend prima het werk op kantoor, in de fabriek of zelfs in het ziekenhuis kunnen doen. Er is echter sprake van een (klein) medisch probleem. En dat zorgt ervoor dat hij zijn werk daar niet mag doen.
Ik denk dat werknemers die thuis moeten blijven, omdat ze besmettelijk zouden kunnen zijn, wettelijk gezien ziek zijn. Er is een objectieve en zelfs heel erg dringende medische reden om het huis niet te verlaten. Dat kan spelen als een huisgenoot besmet is. De RIVM-richtlijnen zijn glashelder: dan mag je de deur niet uit. En daar is een medische reden voor.
Een andere uitleg van het ziekte-begrip zou ook wel eens gevaarlijk kunnen zijn. Een werknemer die een beetje krap zit zou in de verleiding kunnen komen toch te gaan werken als anders zijn inkomen zou wegvallen. Als de loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt, hoeft hij zich niet om financiële redenen aan anti-besmettingsmaatregelen te onttrekken.
Een nadeel is wel dat de werkgever op moet draaien voor het loon van ook deze zieke werknemers. Ondanks de NOW-regeling hebben veel werkgevers het nu erg moeilijk.
Wat leren we ervan?
We hebben heel lang geluk gehad. Over de juridische implicaties van besmettelijke ziektes is er weinig rechtspraak. Heel diep verstopt in het archief lag een zaak over tbc stof te verzamelen. Hoewel ik die dus even het opgediept, is het niet de bedoeling dat de oude leer van de CRvB weer in de mode raakt. Er zijn goede redenen om het wettelijk ziekte-begrip ruim uit te leggen.
Uiteraard hoop ik dat deze blogpost ook al snel in de vergetelheid raakt. Omdat vragen over nare besmettelijke ziektes weer vele jaren lang puur van academische betekenis gaan worden, nu ze in de werkelijkheid niet spelen.
Wat een leuke blog. Ben hier terecht gekomen via Linked In.
Beste Selwyn dank voor je aardige woorden! Erg attent. Ik hoop binnenkort weer een nieuwe te publiceren.