Zoetzuur

Het arbeidsrecht raakt alle grote vragen van het leven. Moed, trouw, liefde, dood, bedrog en persoonlijke groei. Oorlogen, natuurrampen, welvaart en crisis hebben invloed op het arbeidsrecht. En omgekeerd. Kleine dingetjes hebben arbeidsrechtelijk gezien ook belang. Zelfs augurken.

Men neme...
Men neme…

Dat augurken van groot gewicht kunnen zijn, blijkt uit een recente uitspraak in een Arubaanse zaak. Een werkneemster onderschatte het belang van dit tafelzuur. Ze werd op staande voet ontslagen wegens overvloedig augurkengebruik.

Wat was er aan de hand?

De werkneemster is sinds 2005 in dienst bij een Burger King in Aruba. Ze maakt daar op bestelling broodjes hamburger klaar.

Op maandagavond 1 september 2014 heeft de werkneemster dienst. Een klant bestelt die avond aan het drive thru loket een hamburger. Niets bijzonders eigenlijk. Wel wil hij er wat extra augurkjes  bij.

Helaas: als de klant zijn broodje uitpakt, ontbreken de augurken. Wel heeft hij een extra reepje bacon gekregen. Hij keert om en klaagt over de mislukte bestelling. Waar blijven de augurken?

rsz_p1010432

En dan gebeurt er iets raars.  Waarom? Misschien was het een vervelende klant, die wel vaker zeurde. Of had de werkneemster haar avond niet, of was ze juist in een mega-melige bui. Het resultaat mag er in ieder geval zijn.

Wanneer het broodje hamburger nogmaals wordt geserveerd, blijkt het tientallen augurken te bevatten.  Er kan er geen een meer bij, zelfs geen reepje bacon. De klant vindt dat niet zo grappig. Op facebook plaatst hij een foto van zijn compleet veraugurkte hamburger.  Hij plaatst uiterst zure comments over de waardeloze service bij de Arubaanse Burger King.

(More than) Three gherkins and you’re out!

Het augurkenverhaal doet al snel de ronde op het eiland. Misschien moeten de facebook-vrienden van de klant er wel een beetje om lachen. Maar Burger King is niet blij. De reactie van de werkgever is ronduit zuur. Zo ga je niet met klanten om. De reputatie van het restaurant heeft een forse deuk opgelopen.

Na een intern onderzoek wordt de werkneemster als de schuldige aangewezen. Zij heeft het broodje volgepropt met augurken. Daarop is maar een reactie mogelijk: ontslag op staande voet.

Hamburgers maken: een hele verantwoordelijkheid

De werkneemster stapt naar de rechter. Die ziet er geen uit de hand gelopen grap in. De rechter formuleert als uitgangspunt dat het bereiden van voedsel, ook broodjes hamburger met augurk, een serieuze taak is waarmee niet valt te spotten.

Een uitgangspunt om in te lijsten:

recite-101ykup

De rechter oordeelt dat de werkneemster door zo ongeveer een hele pot augurken in een broodje te proppen die zware verantwoordelijkheid niet heeft waargemaakt. Bovendien is haar gedrag slecht voor de reputatie van de werkgever.De rechter zegt dat de werknemer Burger King op ‘ontoelaatbare wijze in een kwaad en schadelijk daglicht gesteld’ heeft.

Het ontslag op staande voet is geldig.

Dringende reden?

Ook kleinigheden en grapjes kunnen zo zwaar worden opgenomen, dat ze tot een ontslag op staande voet leiden. De werknemer kan iets als een geintje zien. De werkgever kan dat als een doodzonde opvatten, of op zijn minst als een dringende reden voor ontslag.

Of dat laatste terecht is hangt ervan af. Is de werknemer gewaarschuwd dat bepaald gedrag niet wordt getolereerd? Om wat voor soort werk en wat voor soort bedrijf gaat het? Is het een eenmalige vergissing van de werknemer, of is er altijd wat? Heerst er bij de werkgever een gedoogcultuur, of worden de regels strikt gehandhaafd? Hoe schadelijk is het gedrag van de werknemer voor de werkgever?

Of een reden zwaar genoeg is voor een ontslag op staande voet, hangt af van alle bijzondere individuele omstandigheden. Zelfs de privé-situatie van de werknemer kan van belang zijn. Is iemand oud of jong, kostwinner of niet?

Wat is er zo bijzonder aan augurken?

In de uitspraak van de rechter komen veel van dat soort bijzonderheden niet aan bod. De focus ligt op de zware verantwoordelijkheid die het bereiden van voedsel inhoudt. En op de reputatie van Burger King.

Ik kan me er alles bij voorstellen dat een sterrenkok als Sergio Herman een kok op staande voet mag ontslaan, als die ook maar iets verkeerd doet. Een flintertje augurk kan in zo’n restaurant al te veel zijn. Maar een hamburgerrestaurant? Dat heeft toch geen sterren om te verliezen?  Ook was de overdosis augurken niet schadelijk voor de gezondheid van de klant. Het gaat wat ver om de stunt van de werkneemster als onverantwoordelijke voedselbereiding te bestempelen.

Op het eerste gezicht zou je ook denken: hoezo reputatieschade? Het is toch een fastfoodtent?

Wat is er dan toch zo erg aan wat de werkneemster heeft gedaan? Er valt misschien wel een reden te bedenken. Dat is speculeren. Het zou ermee te maken kunnen hebben dat een hamburgerrestaurant niet zo heel bijzonder is. Of die reden zwaar genoeg is, hangt af van allerlei feiten die ik niet ken. Een heel belangrijk punt is bijvoorbeeld of werkneemster tot september 2014 goed functioneerde, of niet. Hierna volgt dus een gedachten-exercitie. Wat zou wellicht toch een reden kunnen zijn om in een geval als dit tot een ontslag op staande voet over te gaan?

Fastfoodrestaurant zijn niet bijzonder

In ander opzicht was het gedrag van werkneemster misschien wel onverantwoordelijk. De reputatieschade voor Burger King heeft in dit geval de doorslag gegeven. Als het bij een mondelinge klacht was gebleven, was het voor de werkneemster misschien met een sisser afgelopen. Een bosje bloemen en een waardebon voor de boze klant, een standje voor de werkneemster en klaar. Maar al snel ging het verhaal van de augurkenburger, met foto’s en al, rond op internet.

rsz_p1010433

Juist hamburgerketens willen uitstralen dat je daar snel, accuraat en vriendelijk bediend wordt. Dan kun je als werkgever niet hebben dat verhalen over onbeschoft gedrag van medewerkers de ronde gaan doen.  Zeker niet als je het als restaurant vooral van je service with a smile moet hebben, en niet van je culinaire kwaliteiten. De beledigde klant haalt zijn broodjes en die extra augurken in het vervolg vast ergens anders. Dat is tot daar aan toe. Anderen zouden dat voorbeeld gemakkelijk kunnen volgen, als ze op grond van zijn post gaan denken dat het personeel van de Burger King een loopje met je kan én mag nemen. Aruba is niet heel groot. Op dit one happy island zijn er waarschijnlijk meer dan genoeg alternatieven voor de Burger King te vinden.

Verder hechten zaken als deze eraan dat medewerkers zich keurig houden aan de soms met militaire precisie vastgelegde formule. Een Big Mac of een Whopper in Aruba zijn vrijwel precies hetzelfde als in Doetinchem. Klanten krijgen dan precies wat ze verwachten. De productie verloopt gesmeerd. Originaliteit en grappen werken dan als stoorzenders.

Om al die redenen zou het ontslag toch wel eens onvermijdelijk kunnen zijn. Augurken zijn niet altijd een trivialiteit. Misschien was de actie van de werknemer wel een beetje lollig. Erg netjes is het natuurlijk ook weer niet. En daar komt de negatieve publiciteit dan nog eens bovenop.

Wat leren we ervan?

Kleine vergrijpen en geintjes kunnen grote gevolgen hebben. Een trivialiteit kan toch ernstig genoeg zijn voor een ontslag op staande voet. Het hangt ervan af in welke context dat precies gebeurt. En, laten we eerlijk zijn, van de opvattingen van de rechter die toevallig over een zaak oordeelt. Wat voor de een een flauwe grap is, is voor de ander een schending van elementair culinair verantwoordelijkheidsbesef.

Ik denk niet dat de meer algemene les is dat het bereiden van voedsel voor derden een serieuze verantwoordelijkheid is. De les die ik zou willen trekken is eerder dat werknemers klanten van de baas correct moeten behandelen. Ook als klanten buitenissige eisen stellen, zoals vier extra schijfjes augurk. Zeker als de werkgever een product verkoopt dat klanten gemakkelijk net zo goed bij een concurrent kunnen halen. Zo’n werkgever kan zich niet veel deukjes in zijn imago veroorloven.

Een andere les is dat een ontslagzaken zelden goed zijn voor je reputatie. Het kan allemaal wel waar zijn dat klanten netjes moeten worden behandeld, en dat daarom strenge eisen aan werknemers worden gesteld. Door zo hard te reageren op een – foute – grap, laat de werkgever zich echter wel behoorlijk kennen. Is de reactie van Burger King op deze misstap toch niet wat overtrokken? Heel veel gevoel voor humor heeft de directie van Burger King niet, afgaand op haar reactie.

Is die smile bij de service eigenlijk wel gemeend? Of  worden de hamburgers met een zoetzuur lachje geserveerd?

Share

Driedubbel betaald

Zeven-en-een-half uur werken en achttien uur uitbetaald krijgen? Dat kan niet waar zijn, toch? Maar jawel hoor. Dat kan. En misschien is het niet eens zo gek als dat op het eerste gezicht lijkt.

rsz_p1010420

In 2013 deed de Hoge Raad een uitspraak over het recht op loon van een oproepkracht, een taxichauffeur. De Hoge Raad besloot dat de taximeter met driedubbele snelheid moet lopen. Niet voor de ritprijs, maar wel bij de berekening van het loon.

Wat was er aan de hand?

Taxibedrijf Wolters verzorgt schoolritten in Friesland. Aan het begin van elk schooljaar verdeelt het de routes over het personeel. Er zijn dus veel vaste ritten, met vaste klanten, op vaste tijden. Daarnaast zijn er ook meer onverwachte klussen. In ieder geval is van te voren niet duidelijk hoe veel werk er precies is op een dag. En hoe laat.

Wolters werkt daarom met ‘afroepkrachten’. Bijvoorbeeld mevrouw Van der Meulen. Ze werkt sinds 2002 voor Wolters. Ze is 12 uur per week in dienst. In die tijd verricht ze haar vaste ritten. Ze brengt leerlingen naar school, en weer naar huis. Voor andere ritten is ze op afroep beschikbaar.

Wolters heeft de zaken goed voor elkaar. Rijdt Van der Meulen minder dan 12 uur per week, dan gaat het mindere van haar vakantieverlof af. Werkt ze meer, dan worden de meeruren betaald. Kortom: Van der Meulen heeft alleen wanneer ze daadwerkelijk taxiritten maakt recht op loon. Staat de taximeter stil, dan loopt haar salaris ook niet door.

Wachten op een rit....
Wachten op een rit….

\Voor de taxichauffeur is dit arrangement wat minder gunstig. De schoolritten staan min of meer vast. Voor de rest is onduidelijk of en wanneer er werk is. Ook haar inkomen is dus onzeker. Als ze meer wil verdienen, dan moet ze klaar zitten voor het geval Wolters een klus voor haar heeft.

Begin 2007 gaat Van der Meulen uit dienst.

Nabetaling garantieloon

Van der Meulen heeft een nare verrassing voor haar ex-werkgever. Ze eist betaling van het garantieloon voor oproepkrachten. In de wet is bepaald dat zij per oproep minimaal recht hebben op drie uur loon. Ook al werken ze feitelijk minder.

In artikel 7:628a van het Burgerlijk Wetboek is het volgende bepaald:

Indien een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd, heeft de werknemer voor iedere periode van minder dan drie uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij drie uur arbeid zou hebben verricht.

Op verschillende dagen heeft Van der Meulen korte ritten gemaakt.  Ze wil daar nu drie uur voor betaald krijgen, ook al duurde zo’n ritje soms maar een half uur. Ze beroept zich op artikel 7:628a. Wolters weigert te betalen. Van der Meulen stapt naar de rechter.

Dit is te gek!

Van der Meulen heeft geen vaste werktijden, afgezien van de dagelijkse schoolritten. Ze is maar 12 uur per week vast in dienst.  En ook die uren zijn niet echt vast. Als er minder werk is, wordt het vakantietegoed gekort. Het is duidelijk dat ze onder het artikel over de loongarantie valt. Per oproep drie uur loon lijkt de voor de hand liggende conclusie.

Het blijkt ingewikkelder te zijn. De schoolritten doen niet mee. Dat is geen oproepwerk, want die zijn aan het begin van het schooljaar al vastgelegd. Maar ook met het echte oproepwerk is er wat aan de hand. Het Gerechtshof slaat aan het rekenen. Drie uur voor elke oproep vindt het Hof toch al te gek. Werknemersbescherming, prima. Je kunt ook te ver gaan. Dubbel betalen hoeft ook weer niet.

Met een rekenvoorbeeld laat het Hof zien dat klakkeloos drie uur per oproep betalen tot dubbele beloning leidt. Met Van der Meulens urenbriefje van 1 augustus 2006 laat het Hof zien hoe haar werktijden en het loon er op die dag uit zien. Die dag was in de zomervakantie. Die dag waren er dus geen schoolritten. Wel zes oproepen. Daar zou Van der Meulen dus 18 uur loon voor moeten krijgen. Maar dan krijgt ze sommige oproepen wel dubbel betaald. Terwijl ze nog in de drie uur van de ene oproep zit, is de volgende al begonnen. En die levert ook weer 3 uur op.

Op die 1e augustus zijn de volgende uren gewerkt:

Werkbriefje-182006

Voor de eerste oproep zou Van der Meulen op grond van artikel 7:628a drie uur betaald moeten krijgen (tot 10u50). Om 10u35 was ze echter al met een andere rit begonnen. Ze zou dubbel betaald krijgen als ook voor die oproep drie uur betaald zou moeten worden. Datzelfde geldt voor oproep 3. De betaling zou doorlopen tot 14u35, terwijl de vierde rit al een half uur eerder begonnen was.

Het Hof vindt dat Van der Meulen recht heeft op 3 uur loon per oproep. Overlappende uren moeten daar wel van afgetrokken worden.

De Hoge Raad houdt ‘t simpel

Van der Meulen wil het onderste uit de kan. Ze stapt naar de Hoge Raad. En daar krijgt ze nu eens niet het deksel op de neus. Volgens de Hoge Raad is de berekening van het loon heel simpel. Zes oproepen leveren achttien uren salaris op.  Per oproep geldt immers de garantie van drie uur loon. oproepfromule

De wet zegt nu eenmaal niets over het korten van ‘dubbeluren’. Het is misschien gek dat werknemers als Van der Meulen op die manier salaris cadeau krijgen. De bedoeling van de wetgever is echter bescherming van werknemers tegen de onzekerheid en onregelmatigheid van oproepcontracten. Een vergaande uitleg past daar bij. Daarom ziet de Hoge Raad geen reden om het recht op garantieloon genuanceerd uit te leggen. De wetgever wil het nu eenmaal zo.

De wetgever als Sinterklaas?

In theorie kan een werknemer over meer uur loon krijgen dan dat er uren in een dag zitten. Is de wetgever dan gek geworden? Of Sinterklaas op andermans kosten? Op die vragen is op zijn minst wél een genuanceerd antwoord mogelijk.

Het garantieloon is niet alleen een minimuminkomen per oproep. Het is ook bedoeld om werkgevers te stimuleren om hun werktijden zorgvuldig te plannen. Eigenlijk is het garantieloon een soort boete op slechte personeelsplanning.  Natuurlijk heeft een werkgever het werkaanbod niet altijd in de hand. Er kunnen zich onverwachte klussen voordoen. Maar voor de werknemer geldt die onzekerheid ook. In de wet is die onzekerheid voor een deel voor risico van de werkgever gebracht. In het algemeen kunnen die zulke onzekerheid beter opvangen dan een simpel werknemertje. Ook bij werk dat zich met geen mogelijkheid vooruit laat plannen is het niet onredelijk dat de werkgever een deel van het risico draagt.

Bovendien kunnen werkgevers hun personeel flexibel inzetten zonder het garantieloon te hoeven betalen. Als er van te voren een werktijdenrooster wordt opgesteld, bijvoorbeeld aan het begin van de werkweek, dan geldt art. 7:628a niet. Het geldt ook niet als de werknemer een contract heeft voor minstens 15 uur en vervolgens op wisselende tijdstippen wordt ingezet. Zelfs als de werknemer bij de telefoon moet zitten wachten totdat de baas hem nodig heeft. Inkomensonzekerheid heeft deze werknemer echter niet. Of de baas nu werk heeft of niet, die 15 (of meer) uren krijgt hij netjes betaald. Met handig inroosteren kunnen werkgevers de ‘schade’ beperken.

Nog een nuancering is dat reguliere pauzes een oproep niet onderbreken. Een werknemer die na een normale weer aan de slag gaat, begint niet met een nieuwe oproep (ter waarde van 3 uur loon). De eerste oproep loopt dan gewoon door.

Taxibedrijf Wolters had haar werknemer ook direct voor 3 uur kunnen oproepen en vervolgens kunnen afwachten hoe veel werk er zou zijn. Op 1 augustus zou Van der Meulen dan bijvoorbeeld na de eerste rit een doorbetaalde pauze hebben gehad van een kwartiertje. De oproep zou iets na halfelf zijn voortgezet.  Ook kunnen tussenuren misschien gevuld worden met onderhoud, schoonmaken, administratie of andere voor de werkgever nuttige activiteiten. Soms zal een werkgever pech hebben.  Er komt niet op tijd een nieuwe klus aan en er is ook geen opvulwerk beschikbaar.

Wat leren we ervan?

De wet en de Hoge Raad gaan ver. Dat lijkt niet alleen zo, dat is zo. Het loon gaat door een ‘verdriedubbelaar’: 7,5 uur werk is 18 uurlonen waard.

Die uitkomst lijkt alleen op het eerste gezicht merkwaardig. Ze past prima bij de bedoeling van de wet om flexwerkers meer zekerheid te bieden over werktijden en inkomen. Voor hen geldt een garantieloon. Dat moet werkgevers stimuleren om de inzet van hun oproepkrachten secuur in te plannen. Of om de gok te nemen het personeel meer vast in dienst te nemen. Volgens een vaster rooster werken kan ook. Linksom (3 uur garantieloon) of rechtsom (meer vastigheid bieden om garantieloon te vermijden) verliezen werkgevers dus aan flexibiliteit.

Die flexibiliteit hoeft echter niet uitsluitend door werknemers te worden opgebracht. Flexibiliteit (en zekerheid) moeten van twee kanten komen.

Share