Dit is (weer) een overval!

Overvallers en andere onverlaten slaan snel toe. Voor je het weet is het voorbij. Het recht, dat de gevolgen van zulke ellende moet regelen, hobbelt daar wat traagjes achteraan.

De apotheek was in duisternis gehuld...
De apotheek was in duisternis gehuld…

Dat blijkt maar weer eens uit de zaak van de overval op een nachtapotheek in Maastricht, begin 2012. Ik schreef daar al de blog ‘Dit is een overval!’ over. De vraag was of een werkgever meer maatregelen had moeten nemen om te voorkomen dat een werknemer het slachtoffer zou worden van een overval. Ze was ernstig gewond geraakt tijdens een beroving van een nachtapotheek.

De Maastrichtse kantonrechter wees in januari 2014 de claim van de werknemer af. In hoger beroep geeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch een jaar later echter een geheel ander oordeel. Het lijkt me goed om nog eens terug te keren naar de gebeurtenissen van die duistere avond in februari 2012, en de juridische nasleep daarvan.

Een angstige avond

De werkneemster, apothekersassistente, heeft op 12 februari 2012 als enige dienst in een nachtapotheek. Aan de straatkant is de apotheek met een rolluik beveiligd. Klanten worden ’s nachts vanachter een gepantserd loket geholpen. Daar bevindt zich ook een alarmknop. Aanvankelijk is het een rustige dienst. De werkneemster verblijft daarom op de tweede verdieping, in afwachting van klandizie.

Helaas besluit een drietal overvallers het pand via de achterkant te benaderen. Ze maken de buitenverlichting onklaar en beklimmen de aanbouw van de apotheek. Met een stoeptegel breken ze het (dubbele) glas van een raam op de eerste verdieping. De apothekersassistente hoort lawaai en zet het raam open om beter te horen waar dat precies vandaan komt. Dan gaat alles heel snel.

Er is gestommel op de eerste verdieping en op de trap naar de tweede. Er is een alarmpieper, maar die ligt op zijn vaste plek, beneden in de winkel. Ze probeert de politie te bellen, maar in haar zenuwen lukt dat niet. Inmiddels hebben de overvallers haar bereikt. Ze richten een vuurwapen op haar en eisen toegang tot de kluis. De werkneemster heeft de sleutel niet. Ze kan de overvallers hun zin niet geven. Ze ziet geen andere uitweg dan het open raam. Ze springt naar buiten. Ze loopt onder meer een gecompliceerde enkelfractuur op. Sinds februari 2012 is ze arbeidsongeschikt. Haar tijdelijke contract is in 2013 afgelopen en niet verlengd.

De overvallers zijn slechts 40 seconden in de apotheek geweest. Ze hebben ongeveer 100 euro buit weten te maken.

Veiligheidsmaatregelen: voldoende

De werkneemster stelt de werkgever aansprakelijk. Ze meent dat de werkgever meer had moeten doen om het overvalrisico tegen te gaan.

De kantonrechter wijst de schadeclaim af. De rechter vindt van belang dat een apotheek niet bijzonder overvalgevoelig is, anders dan een bank of een juwelier. Er was, tot die noodlottige 12e februari, ook nog nooit een overval gebeurd. De kluis bevat ook geen enorme hoeveelheden geld, heftige medicijnen (opiaten) zitten achter slot en grendel. De voorkant van het pand was in ieder geval goed beveiligd. Het te verwachten risico in dit bedrijf zat hem in ‘klantcontacten’. Dat was met de maatregelen aan de voorzijde afdoende opgevangen. De achterzijde van het pand was weliswaar minder strikt beveiligd, maar nodigde nou ook weer niet uit tot overvallen. Er was verlichting en de ramen bevonden zich op grote hoogte.  Het personeel was ook geschoold in omgaan met agressie en er was een alarmpieper uitgereikt.

De kantonrechter concludeert:

“Dat zij omwille van het veiligheidsgevoel van haar medewerkers na de overval besloten heeft aan de achterzijde overal tralies voor de ramen met veiligheidsglas te plaatsen – waardoor het pand er thans uitziet als een gevangenis – wil niet zeggen dat zij op het moment van de overval niet aan haar zorgplicht voldaan had.”

Veiligheidsmaatregelen: toch onvoldoende

Het gerechtshof kijkt anders aan tegen deze zaak. In de eerste plaats oordeelt het Hof dat de werkgever wél bedacht had moeten zijn op het risico van overvallen. Ook al was er geen concrete dreiging, waren er in de regio wel meerdere apotheken overvallen. De apotheek was ook ‘s nachts open en er waren geld én in bepaalde kringen gewilde medicijnen (opiaten) aanwezig. En werd maar door een werknemer bemenst. Dat arbo-deskundigen niet hebben geadviseerd om meer maatregelen te nemen, ontslaat de werkgever niet van zijn verplichting om ook zelf na te gaan wat de risico’s zijn en maatregelen te treffen.

In hoger beroep blijkt dat uitgerekend de betrokken werknemer (nog) niet was getraind hoe om te gaan met overvallen. De collega’s wel, maar dat hielp haar dus niet. Overigens had zij wel de tip gekregen bij een overval ‘niet de held uit te hangen en toe te geven’. Het hof neemt het ook veel zwaarder op dan de kantonrechter dat de werknemer niet is geïnstrueerd om de alarmpieper altijd bij zich te dragen.

Het hof verwijt de werkgever dat het personeel niet is geïnstrueerd om het toegangshek aan de achterzijde van het pand af te sluiten. Zo wordt het bedrijfsterrein wel heel makkelijk toegankelijk. En wordt het een fluitje van een cent om de verlichting aan de achterkant onklaar te maken. Volgens het hof is het nu eenmaal zo dat overvallers de zwakke plek in de beveiliging opzoeken. Met normaal dubbel glas, gewoon hang- en sluitwerk en een niet afgesloten achterterrein is de beveiliging te zwak. In ieder geval bij een apotheek waar geld en drugs in huis zijn. Zeker als je de werknemer daar moederziel alleen laat werken.

Dat de werkgever inmiddels meer veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, vindt het hof geen wijsheid achteraf. De tralies en dergelijke zijn simpele, voor de hand liggende veiligheidsmaatregelen. De de werkgever had die zonder veel problemen best eerder kunnen en moeten nemen.

Een onneembare vesting hoeft de zaak niet te worden...
Voldoet deze nachtapotheker wel aan de regels?

Het Hof verwoordt het als volgt:

De ervaring leert dat inbrekers en overvallers op zoek gaan naar de zwakke plek van een pand om zich daar waar dat het makkelijkst is toegang te verschaffen. Het laat zich raden dat de achterzijde van het pand in dit geval de zwakke plek was. Naar het oordeel van het hof lag dit zozeer voor de hand, dat de apotheek al voordat de overval zich had voorgedaan had kunnen en moeten bedenken dat, net als voor de voorzijde van het pand, ook voor de achterzijde extra veiligheidsmaatregelen nodig waren, zeker in de nachtelijke uren.

 

Wat leren we ervan?

Het antwoord op de vraag hoe ver een werkgever moet gaan om schade te voorkomen hangt af van een belangenafweging. De kans op, en de ernst van, de schade moet worden afgewogen tegen de kosten van veiligheidsmaatregelen. De werkgever hoeft de veiligheid niet te garanderen, maar moet wel al het redelijkerwijs nodige doen. Die belangenafweging, dat redelijkheidsoordeel, is niet in een exacte formule te vangen. Het is een kwestie van inschatting van de verschillende factoren. Verschillende rechters kunnen er dan ook verschillend over oordelen.

Verder blijkt dat bepaalde zaken soms pas in hoger beroep duidelijk worden. Dat de werkneemster zelf niet hetzelfde onderricht had gehad als de collega’s. En dat het achterhek  open stond, zonder dat de werkgever daar iets tegen ondernam. Het zijn details, misschien. Ze kunnen in twijfelgevallen echter net de doorslag geven.

De werknemer wint dus uiteindelijk de rechtszaak. Of dat de in febrauri 2012 doorstane angst en pijn wegneemt is helaas wel de vraag. En ze zit zonder baan, gehandicapt, thuis. Soms repareert het recht ook alleen maar details, misschien.

 

 

Share

Warning: foreach() argument must be of type array|object, null given in /home/wezengaa/public_html/wp-content/plugins/kebo-twitter-feed/inc/get_tweets.php on line 257