Je weet nooit hoe een konijn een haas vangt

De werkelijkheid is soms merkwaardiger dan je kunt verzinnen. Zelfs als je thuis bent in het arbeidsrecht, waar soms toch rare dingen gebeuren. Een goed voorbeeld is een zaak over een werknemer die ten val was gekomen over een konijn. Of een haas, dat is nooit duidelijk geworden.

rsz_p1000922

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch deed op 12 augustus 2014 (JAR 2014/229) uitspraak in de zaak over deze valpartij.

Wat was er aan de hand?

Een werkneemster was als schoonmaakster in dienst bij ISS. Dat had haar uitgeleend aan Dow. Haar werkzaamheden verrichte zij op de chemische fabriek van Dow, nabij Terneuzen. Deze fabriek omvat een groot bedrijfsterrein met meerdere gebouwen. Naast het fabrieksterrein bevindt zich een natuurgebied.

De werkneemster maakte schoon in de verschillende fabrieksgebouwen. De afstanden tussen de verschillende locaties waren zo groot dat zij zich per fiets verplaatste over het bedrijfsterrein. Op een kwade dag meldt zij zich ziek. Al fietsend is zij in de vroege ochtend van 19 augustus 2008 (of 16 september van dat jaar, ook dat is nooit duidelijk geworden) ten val gekomen over een konijn. Of een haas.

De werkneemster stelt ISS aansprakelijk voor de schade als gevolg van de valpartij. Haar werkgever had het gevaar van valpartijen moeten beperken. Door zelf veiligheidsmaat-regelen te treffen of door haar klant (Dow) die te laten nemen. Ook meent de werkneemster dat de werkgever haar had moeten verzekeren tegen verkeersongevallen. ISS wist immers van het bestaan van ‘allerlei gevaren’ op het bedrijfsterrein.

Had de werkgever meer moeten doen?

De werkneemster suggereert dat ze had moeten worden gewaarschuwd voor de gevaren van overstekende konijnen (of hazen). De werkgever had door het plaatsen van hekken de fietspaden op het terrein veiliger kunnen maken. Ook zouden jagers hebben kunnen worden ingezet om de kans op overstekend klein wild te beperken. Verder zou het fietspad waar de botsing gebeurde niet goed verlicht zijn geweest.

Is de werknemer met dit bord goed gewaarschuwd tegen konijnen (of hazen)?

Dat laatste gelooft de rechter niet, omdat de werkneemster zelf had verklaard in de vroege ochtend te zijn gevallen, net nadat de straatlantaarns waren uitgefloept. De rechter gaat er daarom vanuit dat er tussen zonsondergang en zonsopgang voldoende verlichting was.

Kantonrechter en hof vinden niet dat de werkgever meer maatregelen hoefde te nemen. Geen hekken, bejaging of waarschuwing dus. De zorgplicht van de werkgever houdt niet in dat de veiligheid van de werknemer moet worden gegarandeerd. Het gerechtshof acht de kans op schade door de aanwezigheid van beestjes zeer klein. Daarom hoeft de werkgever het bedrijfsterrein niet ‘konijnvrij’ te maken.

Daar komt nog bij dat hekwerken juist onveilig kunnen zijn bij een chemische fabriek als die van Dow. Bij calamiteiten moet het personeel snel geëvacueerd kunnen worden, niet gehinderd door rabbit proof fences.

Het hof oordeelt dat de enkele aanwezigheid van wat loslopende konijnen (of hazen) de werkgever nog niet tot het nemen van maatregelen dwingt. Alleen bij een ‘ware plaag van deze wilde dieren’ moet er worden ingegrepen. Het hof overweegt:

“Een ongeval als het onderhavige, hoe zeldzaam ook, kan zich (bijna) overal voordoen en degene die het treft heeft domweg pech, maar dat leidt niet tot de conclusie dat van een werkgever in het algemeen in het kader van de zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW gevorderd kan worden dat hij er naar streeft om ook dit soort in de natuur gelegen zeer kleine risico’s volledig uit te sluiten.”

En de verzekering dan?

Een werkgever kan weinig doen om verkeersongelukken te voorkomen. De zorgplicht biedt maar beperkt bescherming. Zelfs op het eigen bedrijfsterrein heeft de werkgever niet alle risico’s in de hand. Het weer, andere verkeersdeelnemers of kleinvee kunnen een ongeluk veroorzaken. Zonder dat de werkgever daar nu heel veel aan kan doen. Op het eigen terrein kan de werkgever dan nog zorgen voor goede straatverlichting en een goed berijdbaar wegdek. Buiten de fabriekspoorten is het ook maar afwachten hoe veilig het allemaal is. Bovendien heeft ook de werknemer het niet altijd in de hand of er een ongeluk gebeurt. Hoe attent hij ook rondrijdt, er kan altijd een onverwachte windstoot, rare tegenligger, haas (konijn) of afgevallen boomtak opduiken.

En als het dan een keer misgaat in het verkeer, dan kan de schade wel heel ernstig zijn. Terwijl werkgever noch werknemer die kunnen voorkomen. Daarom heeft de Hoge Raad enkele jaren geleden bepaald dat een werknemer door de werkgever adequaat verzekerd moet worden tegen verkeersschade. Die verzekeringsplicht geldt ook op de fiets, en ook op het eigen terrein van de werkgever. Dit blijkt onder meer uit het arrest in de zaak Maatzorg.

Die verzekeringsplicht helpt de schoonmaakster in dit geval echter niet om de schade door de val over een konijn (of haas) alsnog gedeeltelijk op de werkgever te verhalen. De cao biedt een zekere schadeloosstelling voor werkgerelateerde ongevallen. Volgens het hof had de werkneemster niet duidelijk gemaakt waarom die cao-vergoeding niet adequaat zou zijn. Het hof vindt het niet fair dat de werkgever pas in de loop van de procedure te horen krijgt wat de werknemer precies bedoelt met het verzekeringsargument.  Wie pas laat een konijn (of haas) uit de hoed tovert,  heeft dus iets uit te leggen.

Wat leren we ervan?

De werkgever heeft een vergaande zorgplicht. Zo moet hij het bedrijfsterrein voorzien van deugdelijke verlichting. De werknemer moet worden beschermd tegen wilde dieren, mits er sprake is van een ware plaag. De zorgplicht is wel begrensd. De veiligheidsmaatregelen moeten in redelijkheid te vergen zijn. Ieder risico uitsluiten, tegen elke prijs, hoeft niet. Verder laat deze zaak zien dat een werknemer zijn schadeclaim op grond van de verzeke-ringsplicht goed moet motiveren.  In ieder geval als pas in hoger beroep enigszins duidelijk wordt wat de strekking is van de claim.

Deze zaak laat zien dat de omvang van de kans op schade moet worden afgewogen tegen de kosten van de maatregelen. (Zie ook mijn blog over de werknemer van de overvallen nachtapotheek.) De belasting die deze maatregelen voor de organisatie met zich brengen én andere veiligheidsrisico’s zijn ook relevant. In dit geval zouden anti-konijnenhekken tot onveilige situaties kunnen leiden bij een ontploffing of brand.

Deze zaak maakt ook duidelijk dat naarmate het gevaar groter is, en naarmate dat gevaar ook meer door de werkgever in het leven is geroepen, er meer veiligheidsmaatregelen van de werkgever kunnen worden verlangd. Is het gevaar juist klein, en heeft de werkgever dat gevaar ook niet zelf vergroot, dan hoeft de werkgever niet allerlei bijzondere veiligheidsmaatregelen te treffen. (Dat zou bijvoorbeeld anders kunnen liggen als de werkgever het bedrijfsterrein nooit schoonmaakt en rondslingerende etensresten hordes ratten en roofvogels aanlokken.) Zelfs als de werkgever de schade had kunnen voorkomen, is de nare conclusie soms toch dat de werknemer simpelweg extreem veel pech heeft gehad. Zowel op het fietspad als in de rechtszaal.

Share

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *